De grootste drol ooit gemeten is meer dan 1000 jaar oud en biedt een fascinerend inzicht in het dieet van de mensen uit die tijd.
Het lijkt soms alsof wetenschap een beetje moeilijk te begrijpen en stompzinnig is, maar er is niets geheimzinnigs aan dit stukje onderzoek.
Immers, zoals het populaire boek stelt, poept iedereen.
Nou, niet zoals dit doen ze eigenlijk niet.
Deze drol is serieus groot – hij is ongeveer 20 centimeter lang en vijf centimeter breed, en men denkt dat hij afkomstig is van een echte Viking.
Het werd ongeveer een halve eeuw geleden in York ontdekt en gaat terug tot de negende eeuw.
De York Archaeological Trust heeft de monsterlijke drol in 1972 opgegraven en sindsdien staat hij op de eerste plaats in een museum.
Natuurlijk waren ook wetenschappers en historici geïnteresseerd, omdat het testen van de oude overblijfselen een aantal interessante inzichten zou kunnen opleveren in het dieet van de persoon die het heeft gemaakt.
De drol – professioneel bekend als paleofeces of coproliet – wachtte meer dan 1000 jaar op ontdekking op de plek, die later een Lloyds Bank werd.
Maak daarvan wat je wilt.
Dus, op naar de stomme wetenschap.
De onderzoekers hebben vastgesteld dat de drol hoogstwaarschijnlijk afkomstig was van een grote Viking, en die kerel had een dieet dat voornamelijk uit vlees en brood bestond, aangezien de drol ‘vochtig en turfachtig’ is.
Geweldig, bedankt voor de informatie.
Niet alleen was de Vikingman slecht gevoed, hij had ook een lading parasitaire darmwormen, zoals blijkt uit de honderden eieren die in de kak zijn ontdekt.
Gill Snape, een student-conservator aan de York Archaeological Trust, had eerder gezegd: “Degene die geslaagd is, heeft waarschijnlijk een paar dagen niet opgetreden, zullen we maar zeggen.
“Deze man had erg jeukende darmen.”
In 1991 besprak een andere zeer opgewonden wetenschapper de poep en hoe belangrijk die is.
Dr. Andrew Jones zei: “Dit is het meest opwindende stuk uitwerpselen dat ik ooit heb gezien. Op zijn eigen manier is het net zo onvervangbaar als de kroonjuwelen.”
Ondanks dat het een millennium ondergronds heeft gezeten, kwam het tot een hoogtepunt in 2003 toen het in drie stukken splitste.
Het werd naar verluidt op de grond geslagen door een passerende leraar, daar om het te bestuderen.
Gelukkig slaagden ze erin om het weer aan elkaar te plakken en het blijft tot op de dag van vandaag te zien – voor iedereen die gefascineerd is door uitwerpselen.